De redding van de jonge papegaaiduikers
Op Heimaey, een klein eiland ten zuiden van
IJsland, blijft het in juni ook 's nachts licht. Maar in augustus,
als de nachten weer terugkeren en 's avonds de schemer in
het dorp valt, gebeurt er nog iets heel bijzonders. De kinderen
komen dan als op commando hun huizen uit. In hun hand dragen
ze elk een kartonnen doos. Ze kijken naar de lucht en naar
de grond. Luisteren ook. Vangen het geluid op van naderend
gefladder. Waarom doen zij zo?
Zij gaan op zoek naar verdwaalde jonge papegaaiduikers.
In augustus verlaten de jongen hun nestholen bovenop de kliffen
rondom het eiland, om met hun ouders naar zee te gaan en warmere
oorden op te zoeken. Maar op Heimaey gaat dat mis. Ieder jaar
in augustus vliegen de jonge zeevogels in plaats van naar
zee per ongeluk naar het dorp, waar ze op de weg en in tuintjes
terechtkomen. Daar is vervolgens te weinig wind om op te stijgen
en weg te vliegen.
Gelukkig helpen de IJslandse kinderen de hulpeloze
jonge papegaaiduikers. Ze rapen ze voorzichtig op, aaien ze
even en stoppen ze dan in hun kartonnen doos. De volgende
ochtend laten ze de jongen weer vrij op het strand. Vanaf
daar kunnen de jonge papegaaiduikers wel gemakkelijk opvliegen
en weer op zoek gaan naar hun ouders.
Dit bijzondere gegeven vormt het ware begin
van een heel bijzondere vriendschap tussen een meisje en een
jonge papegaaiduiker, Willie en Puff. De boekenreeks 'Willie
& Puff van Noordeiland' staat bol van hun avonturen en
reizen. Waarom de jonge papegaaiduikers elk jaar opnieuw de
verkeerde kant op vliegen, verklapt schrijver Jules in hoofdstuk
1 van het eerste deel van Willie & Puff: De Tijdspiegel.
|