Op
reis naar de papegaaiduikers
Wil
jij ook dit jaar Puff en de andere papegaaiduikers in het
echt zien? Dat kan, en je hoeft er met je ouders niet eens
zo heel erg ver voor te reizen.
Langs
de rotskusten van Noordwest-Europa kun je in het voorjaar
en een deel van de zomer deze grappige zeevogels van dichtbij
bewonderen. Elk jaar in april en mei komen ze aan land om
te broeden op rotskliffen, meestal op onbewoonde eilanden.
Als eind juli, begin augustus de jonge papegaaiduikers groot
genoeg zijn, vliegen de oudervogels met hun jong weer terug
de zee op. Daar blijven ze dan tot het volgende voorjaar.
Als je deel 1 van Willie & Puff van Noordeiland hebt gelezen,
weet je vast waar dat is...!
Je
weet dus nu wanneer je op pad moet om zelf papegaaiduikers
te kunnen zien. Nu nog uitzoeken: waar naartoe?! Hier alvast
een paklijst voor een vogeltrip en drie reistips (klik op
de links hiernaast) in Schotland, IJsland en Noorwegen.
Puffpaklijst
Wat
je zoal mee moet nemen als je op je vakantieadres naar papegaaiduikers
en andere zeevogels gaat kijken:
- verrekijker
(ook handig voor het ontdekken van zeehonden, dolfijnen
en walvissen in de verte op zee)
- digitale
camera (om ook thuis nog veel plezier te hebben van je spannende
vogelexpeditie)
- stevige
wandelschoenen met profielzool (zodat je bovenop de vogelklif
niet per ongeluk wegglijdt)
- eten
en drinken
- eventueel
vogelgids
- rugzakje
om je handen vrij te hebben
Alvast
veel voorpret!
|